In de steigers

In de steigers. Door Bert Bevers, een uitgave van Bob Bakker Makelaardij, naar een ontwerp van Ron Scherpenisse, ter gelegenheid van de jaarwisseling 2008-2009


In de steigers


I (Bedenken)

Halsstarrig zijn wij in het wensen
te bedenken. We komen speels en

ernstig tot een keurig plan. Wij
kunnen nu niet raken aan wat

wij nog moeten maken maar
langs een liniaal van licht aanzien

wij al niets en wat we daar straks
hebben willen staan. Men zegt dat

in de kijktijd perspectief reeds
trefzeker aangesneden wordt.



II (Tekenen)

Ergens tussen assenkruis en koorde
ontstaat een hoge droom van ruimte.

Laten we niet vergeten dat verblijven
een meervoud is, laten we niet vergeten

dat verblijven een werkwoord is. Best
bekijken we diepte met rustige ogen,

en schetsen we wat komt met gretige
handen. Maskeer het grondplan losjes.

Een puntje grafiet knakt. De passer zet
zich kalm schrap in vers velijnpapier.



III (Bouwen)

Wissel van werkkledij en voer stampaarde
aan. Zorg dat zandnesten worden vermeden

en schuur de gording maar alvast. Glimlach
gerust vrijuit onder vrolijke helmen als zich

getrapt een verdieping laat ontstaan. Dicht
bij buiten wordt uitzicht regenwaterhelder,

het is met lege hemelen omgeven en gaat alles
te boven. Ach, die complexe eenvoud van steen,

die schoonheid van hout en marmer. Vergeet niet
af te dichten. Glas weerkaatst de laatste hand.



IV (Wonen)

Ze doen wat ze doen. Boeren zaaien, zangers
zingen, schrijnwerkers timmeren, en verraders

verraden. Dus ja, er zullen hierin later zeker buren
zijn die kopschuw zijn van verdriet, van muren

slechts één kant kennen. Ook minnaars echter
zullen er zijn, en kinderen met ouders van vlees.

Er zullen later mensen in opstaan uit een lege slaap,
en geurig brood eten aan langzame, langzame tafels.

Ze zullen er samen prevelen voor een gesloten gordijn,
omdat ze weten: traagheid is van geluk het geheim.